De heuvels van Conegliano en Valdobbiadene zijn om minstens twee redenen bijzonder. Op de eerste plaats vanwege de karakteristieke vormen waarmee ze gestalte geven aan een uniek landschap, en op de tweede plaats vanwege hun wijngaarden, die gelden als kraamkamers van voortreffelijke prosecco’s. Vanwege de productie van deze hoog aangeschreven mousserende wijnen wordt het gebied vaak aangeduid met de naam Proseccoheuvels, maar eigenlijk is dat een ietwat oneerbiedige toeristische marketingterm. Ik bedoel, de heuvels zijn wat ze zijn en het is niet hun natuurlijke bestemming om prosecco voort te brengen.
Waar zijn we? De namen Conegliano en Valdobbiadene doen waarschijnlijk niet meteen een lampje branden, en Vittorio Veneto evenmin. Samen omsluiten deze drie stadjes in een driehoek het hele gebied zo’n veertig kilometer ten noorden van Treviso, dat op zijn beurt veertig kilometer boven Venetië ligt. De heuvels vormen de zuidrand van de Dolomieten, die hier geleidelijk overgaan in de Povlakte.
Dat er goede redenen zijn om deze streek met een bezoek te vereren, staat buiten kijf. Om te beginnen is het er ontegenzeglijk mooi, zeker in het voorjaar, als de groentinten van het met wijngaarden, bomenlanen en kleine bospartijen doorregen landschap afdruipen. En waar ‘mooi’ helaas steeds vaker gelijk staat aan invasies van toeristenhordes, is het hier nog betrekkelijk rustig. Bovendien is het een ideale uitvalsbasis om allerlei interessante plaatsen, grote en kleine, in de nabije omgeving te bezoeken, zoals Padua, Treviso, Belluno, Mel, Cison di Valmarino, Feltre en Asolo. Over die laatste twee stadjes schreef ik al eerder in dit blog.
Dat het heuvelgebied van Conegliano en Valdobbiadene niet van een alledaagse soort is, bewijst het feit dat de streek in 2019 door de Unesco is uitgeroepen tot werelderfgoed. Ze kreeg dit predicaat dankzij haar eigenschappen als uniek cultuurlandschap en vanwege de door de eeuwen heen gevormde specifieke interactie tussen mens, landbouw en natuur. Dit klinkt misschien nogal abstract, maar ter plekke herken je als vanzelf wat ermee bedoeld wordt. Het landschap ademt balans en organische harmonie uit, al moet ook gezegd worden dat kritische ecologen vinden dat de wijnbouw te dominant is geworden en teveel trekken krijgt van een riskante monocultuur.
De mogelijkheden om het gebied te verkennen zijn talloos. Om te beginnen te voet, natuurlijk. Wandelroutes vind je gemakkelijk op internet, bijvoorbeeld op www.collineconeglianovaldobbiadene.it. Een andere mogelijkheid is de fiets. Voor suggesties kun je kijken op De mooiste fietstochten in de proseccoheuvels (Veneto) (ciaotutti.nl). Wat dacht je van een scooter? Een ideaal vervoermiddel in deze streek. Een tip vind je op Picknicken in de proseccostreek - Vespa Rent Dolomiti (ciaotutti.nl). Ook de auto is natuurlijk een optie. Houd er wel rekening mee dat de verbindingen tussen de dorpen en gehuchten in de streek veelal bestaan uit smalle landweggetjes; je kunt onderweg van alles tegenkomen.
Er is ook een Strada del Prosecco, een uitgezette route. Een kaart daarvan kun je downloaden op www.coneglianovaldobbiadene.it en op andere websites. Neem van mij aan dat die kaart niet helemaal klopt en dat de bewegwijzering op z’n Italiaans georganiseerd is – waardeloos dus. Na drie afslagen ben je de draad kwijt en moet je het zelf uitzoeken. Niet dat dat erg is, trouwens. Je moet hier gewoon lekker rondtoeren zoals het je uitkomt en de fraaie plekken en panorama’s dienen zich vanzelf aan. De foto’s in dit artikel zijn opzettelijk willekeurig door de tekst verspreid, onder het motto: je komt tegen wat je tegenkomt.
Oh ja, je wilt misschien ook prosecco’s proeven en wellicht is dat zelfs de belangrijkste reden om hiernaartoe te komen? De prosecco’s van Conegliano en Valdobbiadene behoren met hun DOCG-label tot de absolute top. Tips voor proeverijen vind je op Prosecco proeven bij de beste wijnmakers in de heuvels (ciaotutti.nl).
Zoals ik al vertelde zijn er legio mogelijkheden om mooie plaatsen in de omgeving te bezoeken. Als je in de streek zelf verblijft, is Vittorio Veneto de dichtstbijgelegen kandidaat. Maar let op: de gemeente Vittorio Veneto is een kunstmatige samenvoeging van twee aparte stadjes, Ceneda en Serravalle, die ter plaatse nog steeds met die oude namen aangeduid worden. Niets ten nadele van Ceneda, maar je moet vooral in Serravalle zijn. In het oude centrum daar vind je een opmerkelijk plein, Piazza Flaminio, dat getooid is met unieke palazzi in renaissancestijl. Op de eerste foto hierna zie je de Torre Civica met links daarvan Casa Bernardini en Palazzo Troyer, en aan de rechterkant het Palazzo della Comunità, het vroegere gemeentehuis waarin nu een museum is gevestigd. Rechts daarvan, aan een andere zijde van het plein, Palazzo Cesana.
In het centrum van Serravalle liggen nog tal van andere, soms verrassend grote palazzi, merendeels in Venetiaanse stijl. Helaas verkeren ze niet allemaal in goede staat, maar ook vergane glorie heeft zijn charme.
Daarnaast telt Serravalle enkele fraaie kerken, zoals de dom, die een groot altaarstuk van Titiaan herbergt, en de San Giovanni Battista. De oudste en meest bezienswaardige kerk van Serravalle is de Sant’Andrea di Bigonzo, die een kilometer buiten het historisch centrum ligt, maar vanwege haar prachtige fresco’s beslist een kleine omweg waard is.
Met tips voor accommodaties ben ik altijd zuinig, want die zijn subjectief en tijdgebonden, maar dit keer maak ik een uitzondering voor hotel Colonia Resort, gelegen even ten zuiden van Vittorio Veneto: prachtige (en ook strategische) ligging, goed verzorgde kamers en last but not least een uitstekend restaurant. Met een keur aan prosecco’s, uiteraard.
Fotocredits
Foto 70: Wikimedia, publiek domein
Foto 71: Wikimedia, Paolo Steffan
Foto 73: Wikimedia, Flak88
Alle overige foto's eigen werk
Mooi al dat groen!